Verwante methodes: een overzicht

Musculoskeletale geneeskunde, orthomanipulatie, manuele therapie, chiropractie, osteopathie ... en ze zeggen allemaal dat ze u van uw klachten zullen afhelpen. Zoveel verschillende systemen en beweringen geven verwarring. Waar moet u naar toe met uw klachten? In dit artikel probeer ik wat overzicht te scheppen.

Historie

Veel methodes zijn verwant aan elkaar door afsplitsingen in het verleden of door technieken en ideeën van elkaar ‘over te nemen’. Ze gaan allemaal over het bewegingsapparaat. De handen van de onderzoeker/therapeut spelen een belangrijke rol. Aan de basis van de meeste moderne stromingen staan osteopathie en chiropractie. Dit zijn methodes die al voor 1900 in de Verenigde Staten opgeld deden. Vermoedelijk hadden deze methodes weer hun wortels in rondreizende ledenzetters. Ook negatieve ervaringen met het artsengilde gaven een drive voor de ontwikkeling van wat anders. Het was een tijd waarin artsen weinig effectieve behandelmethodes hadden: de natuurwetenschappelijke geneeskunde was nog in ontwikkeling. Effectieve medicijnen bestonden niet. Geëxperimenteerd werd met diverse giffen, aderlaten, purgeren enz. Niet zelden met dodelijke afloop.

Osteopathie en chiropractie

Beide methodes hadden oorspronkelijk manipulaties van gewrichten als basis. De één manipuleerde wat forser dan de ander. Het idee was dat ontwrichtingen van wervelkolomgewrichten de levensenergie en/of zenuwen belemmeren in hun werking. De zogenoemde hardliners bleven dit idee tot op vandaag omarmen. Een ander deel van de osteopaten en chiropractors (mixers) gingen meer de algemeen geneeskundige kant op waarbij manipulaties weliswaar op de voorgrond bleven bestaan, maar waarbij ook het werken met al dan niet reguliere medicijnen toegelaten werd. Inmiddels mogen deze groepen zich in de Verenigde Staten na 3 tot 4 jaar opleiding tot Doctor in Osteopathy (DO) en Doctor in Chiropractic (DC) noemen. Het is een titel dat in de VS vergelijkbaar is met de artsentitel Medical Doctor (MD). Buiten de VS is de erkenning van deze beroepsgroepen zeer wisselend. In Nederland zijn het vrije beroepen en vallen onder de alternatieve of complementaire geneeskunde (zie ook https://nl.wikipedia.org/wiki/Chiropraxie; https://nl.wikipedia.org/wiki/Osteopathie).

Manuele therapie

Manuele therapieën worden al eeuwenlang door mensen beoefend in diverse vormen: van slaan met deegrollers tot rekken tot schoppen met de voeten. Veel van de huidige manuele therapieën stammen af van osteopathie en chiropraxie toen deze methodes naar Europa kwamen na WO II. De technieken werden veranderd naar eigen inzicht, verder ontwikkeld en/of voorzien van dezelfde theorieën of juist zeer verschillend door kritische pioniers. De meest beoefende methode in Nederland is de manuele therapie op arthrokinematische leest geschoeid, ook wel methode Eindhoven genoemd. De opleiding zit in Amersfoort en leidt fysiotherapeuten op in een extra 3-jarig traject. In de arthrokinematica wordt de kennis van beweging van gewrichtsvlakken op elkaar als de basis gezien van de kwaliteit van bewegen en bij het behandelen van stoornissen.

Manuele geneeskunde

Manuele geneeskunde was oorspronkelijk manuele therapie methode Eindhoven beoefend door artsen. Manuele geneeskunde wil echter meer zijn dan een behandeltechniek. Het is dan een zogenaamde open methode: elke relevante ontwikkeling van inzichten, onderzoek en behandeling van het bewegingsapparaat kan worden opgenomen wanneer er een voldoende graad van aannemelijkheid, logica en wetenschappelijke onderbouwing is. Dat kan betekenen dat sommige denkbeelden worden verlaten om plaats te maken voor andere. Het arthrokinematische principe wordt wel nog steeds gehanteerd. (Klik voor meer informatie over manuele geneeskunde en de manueel arts).

Orthomanipulatie

Eén van de pioniers die zich afwendde van de gevestigde manuele therapieën was de arts Sickesz. De beweegfunctie van gewrichten maakte bij haar plaats voor de standfunctie. In een gewricht horen de bijpassende botdelen volgens bepaalde normen op elkaar te staan. In principe recht en symmetrisch. Dit systeem werd proefondervindelijk ontwikkeld en de oorspronkelijke principes gelden nog steeds. Als basis wordt de stand van de bekkengordel gezien en als goede tweede de stand van wervels in de wervelkolom. Voor de extremiteiten (armen en benen) is ook plaats, doch minder op de voorgrond. Het systeem kenmerkt zich door ‘wetmatigheden’: hoe afwijkingen op elkaar reageren binnen het houding- en bewegingsapparaat en hoe de behandeling en volgorde van handelingen dienen te geschieden. (Klik voor meer informatie over orthomanipulatie en de orthomanueel arts).

Orthomanuele geneeskunde

Hoe verschillend de manuele geneeskunde en de orthomanipulatie ook zijn: beide artsengroepen hebben zich verenigd in 2006 onder de noemer Orthomanuele Geneeskunde. Inhoudelijk veranderde er echter niets aan de methodes.

Musculoskeletale geneeskunde

Weer later, in 2017, veranderde de naam Orthomanuele Geneeskunde in Musculoskeletale Geneeskunde. Inhoudelijk veranderde er niets aan de oorspronkelijke orthomanipulatie. Wel was er nog steeds het besef vanuit de manuele geneeskunde dat klachten van het bewegingsapparaat een veel bredere benadering vragen dan alleen met deze twee methodes en de specifieke benaderingen van de gewrichten. Er werd aansluiting gezocht internationaal. De naam musculoskeletal medicine was daar al veel langer in gebruik om de (vooral niet-chirurgische) benadering van klachten van het bewegingsapparaat te duiden. Het gaat dan om een samenvoeging van kennis en vaardigheden uit onder andere orthopedie, neurologie, sportgeneeskunde, revalidatiegeneeskunde. Het gaat ook om kennis van farmaceutische pijnstilling inclusief injecties, oefentherapieën, kunnen lezen van scans en echo's, kunnen beoordelen van wetenschappelijke literatuur en nog meer. (Klik voor meer informatie over musculoskeletale geneeskunde en de musculoskeletaal arts).

Plaatsbepaling

Wat is nu de plaats van al deze methodes in het veld van klachtenbehandeling van het bewegingsapparaat? Wie is degene die het beste de klachten kan oplossen? Hier is niet eenvoudig antwoord op te geven: ieder heeft zijn eigen specialiteit en mogelijkheden. Bovendien zijn er nog veel meer professionals die zich met het bewegingsapparaat bezighouden: orthopeden, neurologen, sportartsen, revalidatieartsen, fysiotherapeuten.

Wel is het mogelijk een grove indeling van klachten en behandelaars te maken. Dat ziet er als volgt uit.

1- is er een medische oorzaak van de klachten? Zie de voorbeelden bij lage rugklachten. Dat is in het algemeen het werkterrein van de medisch specialist (neuroloog, neurochirurg, orthopeed, reumatoloog, oncoloog). Het betreft hier echter ongeveer 5% van de klachten van het bewegingsapparaat.

2- is er geen (bekende) medische oorzaak van de klachten, de zogenaamde aspecifieke klachten? Dat is vaak het werkterrein van de andere professionals. Welke professional bij welke klacht het meest geschikt is, is sterk afhankelijk van de persoonlijke voorkeuren van professional én patiënt. De ene is goed in manipulaties, de ander houdt daar niet van, weer een ander pleit voor een actieve benadering met oefeningen omdat de wetenschappelijke literatuur daar een voorkeur voor aangeeft … .

Duizelt het nog steeds? Dan heb ik hier voor mensen met lage rugpijn een wegwijzer samengesteld ter oriëntatie. Voor andere klachten van het bewegingsapparaat zijn vergelijkbare schema’s te maken.