Symmetrie en asymmetrie
Als we kijken naar de mens dan zien we normaal gesproken twee armen, twee benen, een hoofd in het midden, evenals de neus, twee ogen, enzovoorts. Er lijkt een uitgesproken (links-rechts spiegel) symmetrie aanwezig te zijn. Symmetrie wordt mooi en aantrekkelijk gevonden. Diverse theorieën en therapieën (orthopedie, orthomanipulatie, dorn-methode) gaan uit van een symmetrische opbouw van het menselijk lichaam. Toch is hier iets vreemds aan de hand. Een toelichting.
Het aanpassingsvermogen van de mens
Een belangrijk kenmerk van de mens is dat hij/zij zich kan aanpassen. Prikkels die gegeven worden aan het levende lichaam zetten veranderingsprocessen in gang, zodat het lichaam een volgende keer deze prikkels beter kan verwerken. Voorbeeld: wanneer ik regelmatig ga hinkelen op mijn rechter been dan zal mijn rechter kuitspier zich gaan ontwikkelen in kracht en de achillespees in sterkte. Maar mijn linker kuitspier en achillespees blijven als voorheen. In het levende lichaam kunnen alle weefsels zich aanpassen: spier, pees, kraakbeen, bot, enzovoorts. De snelheid van aanpassing verschilt wel per type weefsel. Per persoon kan de snelheid verschillen afhankelijk van conditie, leeftijd en andere zaken.
De rol van gedrag
Mensen kan je herkennen aan hun gedrag, onder andere hoe ze zich bewegen. Dit bewegingsgedrag is per persoon typisch. Het is aan weinig verandering onderhevig indien de persoon niet gestoord wordt door bijvoorbeeld pijn of een beenbreuk. Het lichaam ontvangt aldus, bijvoorbeeld bij het lopen, voortdurend dezelfde prikkels tot verandering. Zo zal het lichaam zich gaan aanpassen tot het zich optimaal gevormd heeft om dit bewegingsgedrag efficiënt uit te kunnen voeren. Omdat elke beweging bij ons asymmetrisch is, zal het lichaam zich asymmetrisch gaan ontwikkelen.
Is elke beweging asymmetrisch? Wanneer ik van A naar B loop, dan gebruik ik links en rechts toch in gelijke mate? Antwoord: misschien wel in gelijke mate, maar de manier waarop ik mijn linker en rechter been gebruik is verschillend. Voorbeelden: de pas links en rechts kan verschillend van lengte zijn, met de éne voet loop ik iets meer naar buiten gedraaid, met de éne arm zwaai ik meer mee dan met de andere, enzovoorts. Kijk ook eens naar de slijtpatronen van de schoenzolen: deze zijn links en rechts zelden gelijk.
Gevolgen
De gevolgen van de asymmetrische aanpassingen in het lichaam vertalen zich bijvoorbeeld in: ongelijke beenlengte, éne schouder staat hoger of meer naar voren dan de andere, de neus staat ietsje scheef, de bouw van de eerste nekwervel (atlas) is links-rechts verschillend. Let wel: het gaat hier om normale aanpassingen en niet om fouten.
Dit heeft consequenties voor het lichamelijk onderzoek en de interpretatie hiervan. In de eerste plaats is aan de hand van gedragstesten te voorspellen hoe het lichaam zich asymmetrisch heeft ontwikkeld, bijvoorbeeld welk been langer zal zijn. In de tweede plaats is een voorspelling te doen hoe een gewricht (bijvoorbeeld linker heup vergeleken met de rechter) asymmetrisch zal bewegen. Zo kan ook het hoofd of de nek de ene kant verder draaien dan de andere kant. In de derde plaats kan dat betekenen dat symmetrie in de vorm of in de beweging juist afwijkend kan zijn ... . Het uitgangspunt dat het menselijk lichaam symmetrisch is in vorm en functie is hiermee niet houdbaar. Een fenomeen waarmee in de praktijk rekening gehouden moet worden.
Zie ook de artikelen over: