Terugval na behandeling, waardoor?
Zoals aangegeven in een ander artikel komt terugval na musculoskeletaal geneeskundige behandeling niet vaak voor. Stel dat het wel en ook nog regelmatig voorkomt, wat kan dan de reden zijn en hoe is dit te voorkomen?
Ik vind het belangrijk om hier aandacht aan te schenken. Behalve dat het met deze kennis mogelijk is om sommige mensen definitief van de klachten af te helpen zijn factoren die voor terugval zorgen ook factoren die aanleiding voor de eerste klachten kunnen zijn en kunnen onderhouden zoals bij chronische klachten.
A- Lichamelijke constitutie
Sommige mensen zijn extra kwetsbaar voor het opnieuw ontstaan van stoornissen met terugval in de klachten als gevolg.
- Mensen met sterke links-rechts verschillen (beenlengteverschil meer dan 2 cm, scoliose) kunnen sneller uit balans raken bij geringere belasting, evenzo mensen met een sterk gebogen houding (kyfose).
- Mensen met lichamelijke beperkingen (bijvoorbeeld ten gevolge van slijtage, herseninfarct, vastgezette wervels, kunstgewrichten) zullen op de een of andere manier zich aanpassen om toch zo goed mogelijk te functioneren. Dat kan ten koste gaan van de regio’s die extra ingezet worden met mogelijk overbelasting en terugval als gevolg.
- Er zijn ook mensen met een erfelijke of aangeboren hypermobiliteit wat ten koste van stabiliteit kan gaan.
Afhankelijk van de achterliggende oorzaak zijn er opties voor behandeling beschikbaar zoals: hakverhoging en oefentherapie in verschillende vormen.
B- Gedrag
Misschien is dit wel de meest voorkomende reden van terugval: het in stand houden van het gedrag dat de klachten (en afwijkingen) heeft veroorzaakt.
- Houding: een mijns inziens onderschatte factor in het ontstaan en in stand houden van klachten
- Te weinig beweging: de lijfelijke conditie is niet sterk genoeg voor dagelijkse belasting.
- Te veel beweging/overbelasting: er is te weinig gelegenheid voor herstel, schade bouwt zich op.
- Eenzijdigheid van beweging: valt eigenlijk onder een vorm van overbelasting maar dan eenzijdig gericht zoals bij lopende bandwerk of asymmetrische sporten die intensief worden uitgeoefend (golf, tennis, boordroeien, hockey).
- Gebruik van pijnstillers zodat er geen lichamelijke waarschuwing meer is voor een dreigende calamiteit.
Verandering van gedrag kost aandacht, tijd en oefening. Het begint bij bewustwording van wat er gaande is. Vervolgens is het per persoon in te schatten wat nodig is om het gedrag aan te passen. Vrijwel altijd gaat dat gepaard met oefeningen gedurende langere tijd.
C- Ongeluk
Indien er een forse impact op het bewegingsapparaat is, door een val, een (verkeers)ongeluk of anderszins, dan kan er een blijvende ontregeling plaatsvinden. Ontregeling in de zin van schade aan structuren (bv. beenvlies, spieren, banden), verstoren van de onderlinge verhoudingen in gewrichten met bijvoorbeeld orthomanuele problemen als gevolg, coördinatieproblemen of aanpassingsgerichte reacties van het lichaam zoals het opbouwen van beschermende spierspanning.
Als deze ontregelingen niet herkend worden, dan is er zeker risico op zich herhalende behandelingen. Bij herkenning is er kans op verbetering, bijvoorbeeld als er voldoende tijd wordt genomen voor wondgenezing, met vormen van oefentherapie of anderszins.
D- Eisen van de omgeving
Te denken valt aan kantoormeubilair, overwerk, fysiek zwaar werk (bouw, trillende machines, scheepslassers), slechte werksfeer. Het zijn factoren die tot een vorm van overbelasting kunnen leiden en daardoor sneller tot ‘misstappen’ kunnen leiden. Bij gebruik van bepaalde medicatie (met name die het zenuwstelsel dempen zoals gebruik van slaappillen, antidepressiva, antipsychotica) kan er een mate van passiviteit ontstaan waardoor een deel van de accuraatheid en fijne coördinatie verloren gaat, ook met het risico van ‘misstappen’.
Lang niet altijd is hier wat aan te doen. Afhankelijk van de situatie valt te denken aan hoog-laag bureau’s, voldoende vaak en lang pauzeren, medicatie heroverwegen. En niet in de laatste plaats: ‘nee’ durven te zeggen.
E- We weten het niet
Helaas komt het ook voor dat er geen reden voor terugval wordt gevonden. Om die kans zo klein mogelijk te maken heeft het dus zin om de bovengenoemde factoren telkens langs te lopen om te kijken of daar verandering in aan te brengen is. En anders is opnieuw behandeling met musculoskeletale geneeskunde een optie, zeker als eerdere behandelingen succesvol waren.